door Jan D. Swart
Zelfs Tjalling Vonk van de Rotterdamse CU-SGP – erudiet van de Rotterdamse gemeenteraad, altijd met de hand op de bijbel weloverwogen - moest even slikken toen hij na een gesprek met mensen over preventief fouilleren zichzelf geleidelijk van gedachten zag veranderen en hij slikte wéér toen hij zijn mederaadsleden in die opmerkelijke transitie meenam. Maar het hoge woord moest er uit: ze hadden hem overtuigd dat preventief fouilleren weldegelijk een dominante bijdrage kan leveren aan het herstel van de orde in Rotterdam.
Maar Vonk had wel z’n voorwaarden: fouilleren zonder aanziens des persoons. Hij wilde uiteraard niet uitglijden naar etnisch profileren. ‘’Want dan zijn geen onderdeel van de oplossing, maar worden we een onderdeel van het probleem.’’
Vonk had trouwens nog een sterke. Hij bepleitte de consistentie bij de aanstelling van wijkagenten. Dus niet voortdurend rouleren, maar die wijkagent in één wijk houden. ‘’Kennis van de omgeving is goud waard.’’ Dat zei hij niet, maar dat bedoelde hij wel.
Langzaam maar zeker begint het besef van de wanorde in Rotterdam te landen in de raadzaal. Ook Ellen Verkoelen van 50Plus staat sinds de messenstekerij als een moederkloek om de ouderen heen, want die durven ’s avonds geen deur meer uit. Ze stemde alleen nog niet mee met de motie van de PVV, die wilde dat de raad publiekelijk afstand zou nemen van de eerdere uitspraak van burgemeester Aboutaleb ‘’dat deze stad de afgelopen jaren nog nooit zo veilig is geweest.’’
De laatste drie-en-een-half zijn alle moties van de PVV met het waswater weggespoeld, deze ook, maar dit keer kreeg Meeuwissen toch Leefbaar mee. Maar dat kwam voornamelijk omdat fractievoorzitter Robert Simons vorige week van de burgemeester niet had mogen zeggen dat de stad afgelopen zomer door een tsunami aan geweld was getroffen. ‘’Overdrijven is ook een kunst’’, reageerde Aboutaleb toen, die op zijn beurt weer in z’n wiek geschoten was omdat Simons hem verweten had wekenlang onzichtbaar te zijn geweest. En ook nu herhaalde Simons dat de burgemeester de stand van zaken in zijn stad ‘’niet moet bagatelliseren.’’
‘’Dat doet ie niet’’, antwoordde de kersverse debuterende locoburgemeester Karremans, die zijn afwezige overste in bescherming nam en kans zag om de ernst van het onderwerp toch nog even van een ontspanning te kunnen voorzien met de aankondiging van een nieuwe datum waarop Rotterdammers hun illegale wapens kunnen inleveren: in de week van 11 tot en met 17 oktober.
‘’Zet de datum maar vast in uw agenda’’, sprak hij tot de raadsleden, die bij het binnenkomen van de raadszaal niet gefouilleerd waren.